PTO1
Zoals je weet is na de herfstvakantie de eerste toetsweek, oftewel PTO1 (Programma van Toetsing en Overgang 1).
Je moet voor deze week het volgende leren:
Hoofdstuk 1 helemaal en Hoofdstuk 2 tot en met paragraaf 2.3.
Hieronder volgen enkele tips:
Aandachtspunten PTO 1 hfd. 1 + 2 (par. 1, 2 en 3)
- Je weet wat schaarste betekent in de economie
- Je kent de 3 soorten inkomens en de kenmerken
- Je kent de 3 soorten uitgaven en de kenmerken
- Je kunt omrekenen van week naar maand en andersom
- Je weet wat het verschil is tussen omzet en afzet
- Je weet wat het verschil is tussen directe en indirecte ruil
- Je kunt een budgetlijn tekenen
- Je kunt aan de hand van een budgetlijn de formule opstellen
- Je kunt rente berekenen met de enkelvoudige én de samengestelde rente
- Je kent 3 spaarmotieven
- Je kent kenmerken van de verschillende leenvormen
- Je kunt kredietkosten berekenen
- Je weet hoe je de verzekeringskosten kunt berekenen
- Je kent de moeilijke begrippen van par. 2.3
- Je weet wat de relatie is tussen inflatie en rente en wat daarvan het effect is op je spaargeld